Menu
Navigatie
Magnesium, een krachtige bron ter voorkoming van degeneratieziekten
Magnesium is een essentieel mineraal en speelt een sleutelrol bij de regulatie van een groot aantal fysiologische processen in alle cellen van het lichaam. Veranderingen in de magnesiumstatus kunnen resulteren in diverse ziektebeelden. Magnesium is onmisbaar voor de energieproductie, de werking van spieren en zenuwen en voor het behoud van de stevigheid van botten. Magnesium speelt een belangrijke rol bij de werking van enzymen in het lichaam en is betrokken bij de aanmaak van hormonen. Ruim de helft van de magnesiumvoorraad in het lichaam bevindt zich (in combinatie met calcium en fosfaat) in het bot.
Binnen de reguliere geneeskunde is het gebruik van magnesiumsupplementen geaccepteerd ter voorkoming of verhelpen van zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie of eclampsie) en bij het voorkomen of verhelpen van bepaalde hartritmestoornissen [1].
Enkele feiten wat betreft magnesium:
Slechts 0,3% van de totale magnesiumload is aanwezig in het serum. De hoeveelheid magnesium in het bloed wordt door het lichaam constant gehouden. De regulatie gebeurt door aanpassing van opname (via de darmen) en uitscheiding (via de nieren met de urine). Op deze wijze zorgt het lichaam ervoor dat de hersenen en ook het hart voldoende magnesium ter beschikking hebben voor de energievoorziening. Het meten van de magnesiumconcentratie in serum is hierdoor een slechte voorspeller van een eventueel magnesiumtekort of juist van een teveel aan magnesium. Echter, volgens bepaalde literatuur [6] is de referentiewaarde in serum tussen 0,75 en 0,95 mmol/L. Deze waarde is gebaseerd op de verdeling van magnesium in serum in een normale populatie.
Magnesiumtekort kan makkelijk worden herkend aan één of meer van de volgende veelvoorkomende symptomen [4]:
Een lage concentratie magnesium (hypomagnesiëmie) kan het gevolg zijn van [7]:
Bij een teveel aan magnesium ontstaat lichte diarree. Een verhoogde concentratie magnesium is zelden aan de voeding te wijten. Meestal is een verhoogd gehalte aan magnesium het resultaat van problemen bij uitscheiding of van kunstmatige toediening. Een verhoogd magnesium kan worden gevonden bij:
Dr Carol Dean schreef het boek: Magnesium Miracle. In dit boek geeft zij aan dat een magnesiumtekort de oorzaak is van een 22-tal basisaandoeningen [8]:
Suppletie van magnesium
Het aanpassen van de voeding om voldoende magnesium binnen te krijgen is natuurlijk de eerste prioriteit na het vaststellen van een magnesiumtekort. De volgende voedingsmiddelen zijn rijk aan magnesium: cacao, donkere chocolade, volkoren-/meergranenbrood, tarwezemelen, sojaproducten, noten: pecan, amandelen, cashew, pinda’s, sesamzaad, pompoenpitten, bananen, risotto en zilvervliesrijst, spinazie, ananas, makreel, krab, heilbot, pruimen. Toch is de dagelijkse magnesiuminname bij bijna iedereen (meer dan 80%) onbetwistbaar te laag en een bedreiging. Belangrijke oorzaken van dit tekort aan magnesium zijn: – in bewerkte voedingsmiddelen is minder magnesium aanwezig; – tijdens koken van voedsel gaan mineralen en dus ook magnesium verloren; – de landbouwgrond is arm aan magnesium; – door de monocultuur wordt er minder magnesium vanuit de grond opgenomen in de planten.
Suppletie van magnesium is voor de volwassenen en zeker voor de ouderen onder ons een must voor het behoud van een goede gezondheid [4].
Als je een magnesiumsupplement inneemt, kies dan, met het oog op een goede biologische opneembaarheid, voor organische vormen van magnesium. Magnesium-bisglycinaat, magnesium-glycerofosfaat (vet oplosbaar), magnesium-citraat en magnesium-malaat. Deze twee laatste vormen bieden naast magnesium eveneens citraat en malaat als intermediairen in de Krebscyclus (onderdeel van de cellulaire energieproductie). Neem dagelijks 300 tot 450 mg magnesium.
Magnesium wordt zeer goed opgenomen in synergie met bijvoorbeeld alfalfascheuten en brandnetel aangezien deze planten natuurlijke cofactoren, enzymen en fytonutriënten aanleveren voor een maximale fysiologische werking van magnesium. Deze planten bevatten kleine hoeveelheden magnesium in een natuurlijke voedingsmatrix. Zo zit een groot deel van de magnesium uit alfalfa vervat in de structuur van chlorofyl, een structuur die sterk gelijkt op hemoglobine [5].
Voor een goede opname in het lichaam heeft magnesium maagzuur nodig, daarom is het verstandig nooit vlak voor, na of tijdens het eten de magnesiumsupplementen te slikken. Zorg dat er voor dat er voldoende maagzuur wordt aangemaakt. Dit is ook een reden waarom veelvuldig gebruik van maagzuurremmers (Rennies) en de nog sterker werkende proton-remmers als omeprazol, esomeprazol en pantozol een magnesiumtekort in de hand werken.
Magnesium en Vitamine D
Gewoonlijk werken nutriënten op een gecoördineerde manier in het lichaam samen. Opname van de nutriënten via de darmwand en vervolgens de stofwisseling van een bepaalde nutriënt is vaak afhankelijk van andere nutriënten. Zo is de opname van ijzer (Fe2+) afhankelijk van de aanwezigheid van vitamine C. Magnesium en Vitamine D zijn 2 essentiële nutriënten die samen nodig zijn voor de fysiologische processen in verschillende organen. Magnesium is betrokken bij de activering van vitamine D, welke er weer voor zorgt dat calcium en fosfaat worden ingebouwd in de beenderen en zo zorgt voor sterke botten (ter voorkoming van osteoporose). Alle enzymen die bij de Vitamine D-stofwisseling zijn betrokken schijnen magnesium nodig te hebben voor hun activering. Magnesium dient als cofactor bij de enzymatische reacties in lever en nieren. Tekorten van of vitamine D of van magnesium of van beide nutriënten kunnen resulteren in skeletafwijkingen, cardiovasculaire ziekten en het metabole syndroom. Belangrijk is daarom voldoende magnesium te consumeren om in ieder geval de werking van vitamine D te verzekeren [2].
Figuur 1.
Betrokkenheid van magnesium bij de vitamine D synthese. Magnesium is betrokken bij zowel de activering als de de-activering van Vitamine D [Bron 2].
Afkortingen: 1,25(OH)2D, 1,25-dihydroxyvitamine D (biologisch actieven vorm); 24,25(OH)2D, 24,25-Dihydroxyvitamine D; 25(OH)D, calciferol (inactieve vorm); D2, vitamine D2 (afkomstig van niet-dierlijke bronnen) D3, vitamine D3 (afkomstig van dierlijke bronnen); DBP, vitamine D–bindend eiwit; Mg, magnesium; VDR, vitamine D receptoren.
Magnesium en laaggradige chronische ontstekingen
Verschillende onderzoeken bij mens en dier hebben aangetoond dat een magnesiumtekort resulteert in laaggradige ontstekingen met als gevolg een toegenomen risico op het ontstaan van chronische ziekten. Bij een tekort aan magnesium wordt te veel calcium intracellulair opgenomen. Magnesium speelt een cruciale rol bij de cellulaire elektrolytenbalans van natrium, kalium en calcium. Magnesium activeert de natrium-calciumuitwisselaars. Magnesium blokkeert, als niet competitieve inhibitor, de calciumkanalen. Bij een magnesiumtekort is er een verminderde werking van deze blokkade en daalt het kaliumgehalte in de cel, terwijl het natrium- en calciumgehalte stijgt. Dit mechanisme is de link waardoor een magnesiumtekort leidt tot spierkrampen, hoge bloeddruk en coronaire en cerebrale vaatvernauwingen, veroorzaakt door kramp (vasospasmen).
Calcium en magnesium zijn elkaars antagonisten. Ook calcium heeft magnesium nodig voor een goede werking. Bij te veel calciuminname, bijvoorbeeld door een hoge inname van zuivel en zuivelproducten, is er een relatief tekort aan magnesium. De verhouding calciumaanbod tot magnesiumaanbod is in de huidige voeding, die door het merendeel van de mensen geconsumeerd wordt, 5:1 tot 15:1, terwijl die verhouding in het paleolithische tijdperk 1:1 was [4].
Als gevolg van een te hoog gehalte aan calcium in de cellen komen er ontstekings-indicatoren vrij zoals cytokines en acute fase eiwitten. Primaire ontstekingscytokines zijn bijvoorbeeld tumor necrosis factor-α (TNF-α) en interleukin(IL)-1. Het vrijkomen van TNF-α als gevolg van een verhoogde intracellulaire calciumconcentratie initieert de ontstekingsprocessen. Acute fase eiwitten zijn C-reactive protein (CRP) en fibrinogeen.
Het is bekend dat bij zwaarlijvige en obese mensen vaak laaggradige ontstekingen voorkomen. Bij een onderzoek waarbij 16.573 mensen waren betrokken werden CRP waardes gemeten en onderverdeeld naar BMI’s van de betrokken individuen. De CRP waarden van de individuen met BMI tussen 25 – <30, 30 – < 35, 35 – < 40 en BMI > 40 waren respectievelijk 1,5; 3,9; 6,1; en 9,3. Bij zowel mensen met een magnesiumtekort als bij obese mensen worden verschijnselen van laaggradige ontstekingen gezien (CRP > 3, verhoogd IL-6). De verschijnselen van deze laaggradige ontstekingen kunnen worden onderdrukt met supplementen als omega-3-vetzuren, vitamine C en E en carotenoïden. Ook bij zwaarlijvige en obese personen wordt verwacht dat de echte oorzaak van laaggradige ontstekingen een magnesiumtekort is. Deze te zware personen hebben meer behoefte aan magnesium omdat ze zwaarder zijn. Bovendien consumeren deze mensen vaak vet- en suikerrijke voeding welke deficiënt is aan magnesium. Bij een magnesiumtekort zullen mogelijk andere oorzaken van chronische laaggradige ontstekingen en daaruit volgende oxidatieve stress niet worden herkend.
Conclusies.
Magnesium is een zeer belangrijk mineraal in ons lichaam. Ervaring leert dat meer dan 80% van de mensen een magnesiumtekort heeft. Magnesium is bij vele processen in het lichaam betrokken. Zorg daarom dat je de cliënten een goede multi adviseert waarin voldoende magnesium aanwezig is in de juiste vorm of dat je een magnesiumsupplement adviseert waarin magnesium in de juiste vorm en in de juiste samenstelling aanwezig is. Zeker bij mensen die een vitamine D-supplement nodig hebben (Vitamine D < 80 mmol/L) hebben ook een magnesiumsupplement nodig. Ook mensen met een chronisch laaggradige ontsteking hebben altijd een magnesiumsupplement nodig voordat je andere oorzaken van deze laaggradige ontstekingen kunt herkennen.
Literatuur.
Paul Arts (1984) houdt zich sinds 2006 bezig met biest. Tijdens zijn HAS en WUR studie begon hij samen met zijn vader Cor Arts aan de verkoop van biestproducten voor honden, katten, paarden, schapen- en geitenlammeren en kalveren. In de loop der jaren is er veel kennis vergaard over biest, de werkzame stoffen en het effect op de gezondheid van mens en dier. Deze kennis is gebruikt om producten voor diverse dieren te ontwikkelen.